Afdrukken in Linux

[Note]

Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.

Afdrukken vanuit een toepassing

Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken.

  1. Open een toepassing en selecteer Print in het menu File.

  2. Selecteer rechtstreeks Print via lpr.

  3. Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster LPR GUI en klik op Properties.

  4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster worden weergegeven.

    • GeneralWijzigt het papierformaat, papiertype en de afdrukstand van de documenten. Hiermee kunt u de functie dubbelzijdig afdrukken inschakelen, start- en eindvaandels toevoegen en het aantal pagina’s per vel wijzigen.

      [Note]

      Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's.

    • TextStelt de paginamarges en tekstopties, zoals regelafstand en kolommen in.

    • GraphicsOp dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding.

    • AdvancedAfdrukresolutie, papierbron en bestemming instellen.

  5. Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Properties.

  6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.

  7. Het venster Printing verschijnt. Hierin kunt u de status van de afdruktaak controleren.

    Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.

Bestanden afdrukken

U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.

Zo drukt u elk bestand af:

  1. Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt geopend.

    Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open.

  2. In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak.

  3. Klik op OK om met afdrukken te beginnen.

Printereigenschappen configureren

In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer wijzigen.

  1. Open Unified Driver Configurator.

    Schakel indien nodig over naar Printers configuration.

  2. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties.

  3. Het venster Printer Properties wordt geopend.

    Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:

    • Generallocatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration.

    • Connectioneen andere poort bekijken of selecteren. Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat op dit tabblad opnieuw configureren.

    • DriverHiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen.

    • Jobsde lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige afdruktaken weer te geven.

    • ClassesHier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.

  4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer Properties.