Lichte of vage afdrukken
|
-
Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette (zie De tonercassette vervangen).
-
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
-
Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma.
-
Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).
-
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
De bovenste helft van het papier is lichter bedrukt dan de rest van het papier.
|
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
|
Tonervlekken
|
-
Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
-
Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).
-
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie Het apparaat reinigen).
|
Onregelmatigheden
|
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
-
Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
-
Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk.
-
Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.
-
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de , klik op het tabblad en stel de papiersoort in op of (zie Voorkeursinstellingen openen).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Witte vlekken
|
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
-
Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).
-
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Verticale strepen
|
Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
|
Zwarte achtergrond
|
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
-
Gebruik papier met een lager gewicht.
-
Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
-
Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe (zie De tonercassette vervangen).
-
Herverdeel de toner grondig (zie Toner herverdelen).
|
Tonervegen
|
|
Verticaal terugkerende afwijkingen
|
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
-
De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude tonercassette door een nieuwe (zie De tonercassette vervangen).
-
Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
-
De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Schaduwvlekken
|
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
-
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
-
Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Of selecteer in het venster (zie Voorkeursinstellingen openen).
-
Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de (zie Voorkeursinstellingen openen).Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
-
Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie Toner herverdelen).
|
Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s.
|
De toner hecht mogelijk niet goed aan dit papiertype.
-
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar , klik op het tabblad en stel het papiertype in op (zie Voorkeursinstellingen openen).
-
Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
|
Misvormde tekst
|
|
Papier schuin
|
-
Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
-
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
-
Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
|
Gekruld of gegolfd
|
-
Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
-
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.
-
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
|
Vouwen of kreuken
|
-
Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
-
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
-
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
|
Achterkant van afdrukken is vuil
|
|
Volledig gekleurde of zwarte pagina’s
|
-
Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
-
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie De tonercassette vervangen).
-
Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Losse toner
|
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Openingen in tekens
|
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
|
Horizontale strepen
|
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
-
De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
-
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie De tonercassette vervangen).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
|
Krullen
|
Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
-
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
-
Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de , klik op het tabblad en stel de papiersoort in op (zie Voorkeursinstellingen openen).
|
|
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie Aanpassing aan luchtdruk of hoogte).
|