Afdrukproblemen

Toestand

Mogelijke oorzaak

Voorgestelde oplossing

Het apparaat drukt niet af.

Het apparaat krijgt geen stroom.

Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-schakelaar en het stopcontact.

Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd.

Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.

Controleer het volgende:

Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.

De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten.

Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie Achterkant).

De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect.

Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw apparaat te gebruiken.

De poortinstelling is niet juist.

Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.

Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd.

Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn.

Het apparaat drukt niet af.

Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd.

Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw.

Het apparaat werkt niet goed.

Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Het document is zo groot dat er niet voldoende ruimte op de harde schijf van de computer is om toegang te krijgen tot de afdruktaak.

Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af.

De uitvoerlade is vol.

Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met afdrukken.

Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer.

De papieroptie die in Voorkeursinstellingen voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk onjuist.

In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeursinstellingen openen). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie Help gebruiken).

Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt.

Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.

Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.

De helft van de pagina is blanco.

Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld.

Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie Voorkeursinstellingen openen). Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie Help gebruiken).

Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.

Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie Voorkeursinstellingen openen).

Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet volledig.

De kabel van het apparaat zit los of is defect.

Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel.

Het verkeerde printerstuurprogramma is geselecteerd.

Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd.

De softwaretoepassing werkt niet naar behoren.

Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.

Het besturingssysteem werkt niet naar behoren.

Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en weer in.

Er worden blanco pagina’s afgedrukt.

De tonercassette is leeg of beschadigd.

Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette.

Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.

Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.

Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord).

Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken.

Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten.

Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.

[Note]

Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.

De afdrukkwaliteit van foto’s is niet goed. De afbeeldingen zijn niet duidelijk.

De resolutie van de foto is zeer laag.

Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.

Er komt voor het afdrukken ter hoogte van de uitvoerlade stoom uit het apparaat.

Het gebruik van geperforeerd papier kan damp veroorzaken tijdens het afdrukken.

Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.

Het apparaat drukt geen speciaal papier zoals rekeningpapier af.

Het papierformaat en de papierformaatinstelling komen niet overeen.

Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeursinstellingen openen).

Het afgedrukte papier krult op.

De instelling voor de papiersoort klopt niet.

Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie Voorkeursinstellingen openen).