![]() |
|
|
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie Het IP-adres instellen).
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Selecteer
.Lees de
en vink het selectievakje aan. Klik daarna op .Selecteer in het scherm 'Printer verbinden' de optie 'Netwerkverbinding' en klik op Volgende.
![]() |
|
Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt gevonden, verschijnt er een foutbericht. Selecteer de gewenste optie en klik op Volgende. |
De gevonden apparaten worden op het scherm weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op OK.
Volg de instructies in het installatievenster.
De modus installatie op de achtergrond is een installatiemethode die geen tussenkomst van de gebruiker vereist. Zodra u met de installatie start, worden het stuurprogramma van het apparaat en de software automatisch op uw computer geïnstalleerd. U kunt de installatie op de achtergrond ook starten door
of in het opdrachtvenster te typen.De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het opdrachtvenster.
![]() |
|
De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd wanneer de opdracht gebruikt wordt met /? zijn uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden. of . , of |
Opdrachtregel |
Definitie |
Omschrijving |
|||
---|---|---|---|---|---|
/s of /S |
Start installatie op de achtergrond. |
Hiermee worden apparaatstuurprogramma's geïnstalleerd zonder UI's op te roepen en zonder tussenkomst van de gebruiker. |
|||
/p"<poortnaam>" of /P"<poortnaam>" |
Specificeert de printerpoort.
|
De printerpoortnaam kan worden opgegeven als IP-adres, hostnaam, lokale USB-poortnaam of IEEE1284-poortnaam. Bijvoorbeeld
|
|||
/a"<dest_path>" of /A"<dest_path>" |
Specificeert het doelpad voor de installatie.
|
Aangezien apparaatstuurprogramma's geïnstalleerd moeten worden op een voor het besturingssysteem specifiek pad, is deze opdracht alleen van toepassing op toepassingssoftware. |
|||
/i"<scriptbestandsnaam>" of /I"<scriptbestandsnaam>" |
Specificeert het aangepaste installatiescriptbestand voor aangepaste installatie.
|
Het aangepaste scriptbestand kan worden toegewezen voor een aangepaste installatie op de achtergrond. Dit scriptbestand kan door het hulpprogramma voor aangepaste installatie of door de teksteditor worden gemaakt of gewijzigd. Opmerking: dit aangepaste scriptbestand heeft voorrang op de standaard installatie-instelling in het installatiepakket, maar heeft geen voorrang op opdrachtregelparameters. |
|||
/n"<Printernaam>" of /N"<Printernaam>" |
Specificeert de printernaam. De printerinstantie zal worden gemaakt conform de opgegeven printernaam. |
Met deze parameter kunt u naar wens printerinstanties toevoegen. |
|||
/nd of /ND |
Geeft de opdracht het geïnstalleerde stuurprogramma niet in te stellen als standaard apparaatstuurprogramma. |
Het geeft aan dat het geïnstalleerde apparaatstuurprogramma niet het standaard apparaatstuurprogramma op uw systeem zal zijn als er meer dan een printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Als er geen apparaatstuurprogramma op uw systeem is geïnstalleerd, is deze optie niet van toepassing omdat het Windows-besturingssysteem het geïnstalleerde printerstuurprogramma als standaardstuurprogramma zal instellen. |
|||
/x of /X |
Maakt gebruik van bestaande apparaatstuurprogrammabestanden om de printerinstantie te maken als deze al is geïnstalleerd. |
Deze opdracht biedt een mogelijkheid om een printerinstantie te installeren die gebruikmaakt van geïnstalleerde printerstuurprogrammabestanden zonder een bijkomend stuurprogramma te installeren. |
|||
/up"<printernaam>" of /UP"<printernaam>" |
Verwijdert alleen de opgegeven printerinstantie en niet de stuurprogrammabestanden. |
Deze opdracht biedt een mogelijkheid om alleen de opgegeven printerinstantie van uw systeem te verwijderen zonder effect op andere printerstuurprogramma's. Hiermee zullen de printerstuurprogramma's niet van uw systeem worden verwijderd. |
|||
/d of /D |
Verwijdert alle apparaatstuurprogramma's en toepassingen van uw systeem. |
Deze opdracht verwijdert alle geïnstalleerde apparaatstuurprogramma's en toepassingssoftware van uw systeem. |
|||
/v"<share name>" of /V"<share name>" |
Deelt het geïnstalleerde apparaat en voegt andere platformstuurprogramma's toe voor Point & Print. |
Alle ondersteunde apparaatstuurprogramma's van het Windows-besturingssysteem worden geïnstalleerd en gedeeld met de opgegeven <share name> voor Point & Print. |
|||
/o of /O |
Opent de map na installatie. |
Deze opdracht opent de map na installatie op de achtergrond. |
|||
/f"<naam van logboekbestand>" of /F"<naam van logboekbestand>" |
Specificeert de naam van het logboekbestand. Indien niet gespecificeerd, wordt het standaard logboekbestand gemaakt in de tijdelijke map op het systeem. |
Er wordt een logboekbestand gemaakt in een opgegeven map. |
|||
/h, /H of /? |
Toont het gebruik van de opdrachtregel. |
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is.
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer.
Dubbelklik in de map
op het pictogram .Klik op
.Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op
.Klik op
als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst.Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle programma´s worden afgesloten. Klik op
.Klik op
in het paneel .
![]() |
|
Als u het IP-adres nog niet hebt ingesteld, klikt u op IP-adres instellen en raadpleegt u IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh). Als u de draadloze instelling wilt gebruiken, raadpleegt u Instellen met Macintosh. |
Klik op
. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.Als u klikt op
, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.Voer het wachtwoord in en klik op
.Na het installeren van de software moet u uw computer opnieuw opstarten. Klik op
.Nadat de installatie is voltooid klikt u op
.Open de map
> > .Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map
> en klikt u op .Klik op
op de .In Mac OS X 10.5 -10.7 klikt u op het pictogram "
". Er verschijnt een weergavevenster.In Mac OS X 10.4 klikt u op
.In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op
.Selecteer
in .
![]() |
|
Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de prestaties van de printer verbeteren door te kiezen in de opties bij . |
Typ het IP-adres van uw printer in het invoerveld
.Typ de wachtrijnaam in het invoerveld
. Als u de wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, probeert u eerst de standaardwachtrij.Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u
in en de naam van uw apparaat in .Als bij Mac OS X 10.5-10.7 Automatisch selecteren niet goed werkt, kiest u
en de naam van uw apparaat in .Klik op
.Uw printer verschijnt op de
en wordt ingesteld als standaardprinter.Om de printersoftware te installeren, moet u softwarepakketten voor Linux downloaden van de Samsung-website www.samsung.com > selecteer uw product > Ondersteuning of Downloads).
![]() |
|
Om andere software te installeren: |
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn ingesteld.
Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van Samsung.
Extraheer het bestand UnifiedLinuxDriver.tar.gz en open de nieuwe map.
Dubbelklik op de map
> het pictogram .Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op .
Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op
.Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop
.Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de lijst.
Selecteer uw apparaat en klik op
.Voer de beschrijving van de printer in en klik op
.Nadat de software is toegevoegd klikt u op
.Nadat de installatie is voltooid, klikt u op
.Dubbelklik op
.Klik op
.Het venster
wordt geopend. Klik op .Selecteer
en klik op de knop .Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst weergegeven.
Selecteer uw apparaat en klik op
.Voer de beschrijving van de printer in en klik op
.Nadat de software is toegevoegd klikt u op
.
![]() |
|
|
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen. U kunt het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website van Samsung (http://www.samsung.com > selecteer uw product > Ondersteuning of Downloads).
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van Samsung en pak het uit op uw computer.
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
“
"Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer.
![]() |
|
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer informatie. |
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando’s:
“
voor de pakketnaam in "Ga naar de uitgepakte map.
Voer het installatiescript uit.
“
"is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "
" om de uitvoering van het installatiescript te machtigen.Voer de opdracht "
" uit om de resultaten van de installatie te controleren.Voer "
" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het venster van de wizard geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in:
![]() |
|
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in de root-terminal: “ "“ " |
![]() |
|
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer uit het systeem te verwijderen.
|
Gebruik de opdracht "
" om de binaire gegevens opnieuw te installeren.Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in:
Typ de naam van de printer.
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld
. Dit is optioneel.Geef in het veld
een beschrijving van de printer op. Dit is optioneel.Geef in het veld
een beschrijving van de printer op.Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak
voor netwerkprinters. Op IBM AIX met kunt u alleen invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.toont de verbinding als of in de overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een type beschikbaar.
Selecteer
om het aantal exemplaren in te stellen.Schakel de optie
in om exemplaren gesorteerd af te drukken.Schakel de optie
in om exemplaren in omgekeerde volgorde af te drukken.Schakel de optie
in om deze printer in te stellen als standaardprinter.Klik op
om de printer toe te voegen.